



Diepteleren
Wij willen humor! - Column
Geschreven door Lieve D'Hondt
Student 2014 - 2015
‘Juf, weet jij alles?’ vraagt Matthijs.
‘Nee, niet alles. Dat zou niet in mijn kleine hoofd passen.’ grinnik ik.
‘Hoe kies je dat wat je in je hoofd stopt?’ vraagt Matthijs.
Dit soort praatjes op de dinsdag ochtend maken je dag leuk. Het zet je aan het denken. Wij bepalen wat kinderen moeten weten, maar waarom? Matthijs bepaalt dit liever zelf. Hij wil veel liever ontdekken wat een ‘plansolie’ (spreek uit als: plan soo lie) is dan zich bezig houden met het schrijven van ‘dt’. Toch moet hij leren dat het ‘ik vind’ is in plaats van ‘ik vindt’. Ook heb ik nog nooit een les gegeven over ‘plansolie’, als dit al bestaat. Maar waarom eigenlijk niet?
Niet leren maar lachen.
Kinderen zijn zo lekker eerlijk. Dat is niet altijd leuk. Want ja, ook wij als leerkrachten doen het toch het liefst allemaal perfect! ‘Juf, kunnen we niet wat meer lachen?’ zegt Eva. Die mij vervolgens vertelt dat ze het rekenen eigenlijk maar stom vindt en dat wanneer meester Henk rekenen geeft, niemand begint te zuchten. Meester Henk is namelijk grappig. Hij vertelt over Kandijkazi rekenen. Kandijkazen leven in zijn achtertuin. Zij rekenen op hun eigen manier wordt mij verteld. ‘Ik reken altijd op de grond!’ roept Emma. ‘Ik staand!’ roept Peter, terwijl hij opstaat en begint te rekenen. Asna rekent kauwend. Dat is ook zoiets. Bij meester Henk bepalen ze zelf wanneer ze eten. Misschien moet ik ook maar eens zo’n rekenles volgen van meester Henk. Ik heb in dat kleine hoofd van mij nog wel een gaatje vrij om te vullen met inspiratie.
Huppakee weg ermee!
’s Avonds op de bank dacht ik terug aan Matthijs. Waarom kiezen we niet wat we in ons hoofd stoppen? Ik kan zo een laatje leeg kieperen uit mijn hoofd. Een dikke laag stof ligt erop. En wat er in zit? Ik zou het niet eens meer weten. En dan meester Henk, met zijn kandijkazen volk. De hele klas kon zo alle lessen navertellen, zelfs die van acht weken terug. Dan moet je best diep duiken om dat laatje te vinden. De manier van lesgeven van meester Henk zorgt ervoor dat onderwerpen echt blijven hangen. Ik bedenk me dat ik dat ook eens zou kunnen proberen. Voordat ik ga slapen kieper ik mijn, onder stof bedekte, laatje leeg. Vanaf morgen duiken we de diepte in.
Zoek het uit! Ik daag je uit!
Met een heerlijk leeg laatje in mijn hoofd sta ik bij de deur van de klas. Iedereen druppelt binnen. ‘Zal ik uitdelen juf?’ vraagt Asna. Asna deelt altijd graag uit. Ik zeg tegen haar dat er vandaag niks wordt uitgedeeld. We gaan het vandaag eens even lekker uitzoeken met zijn allen. Als iedereen zit, zet ik het bord aan. Er staat op: Wat wil jij weten? Zoek het uit!. In viertallen gaan ze op onderzoek uit. Wat ze willen weten en hoe ze dat te weten gaan komen is aan hen. De enige afspraak was dat ze aan het einde van de week, op vrijdag middag, een presentatie moeten geven. Ineens veranderde de sfeer in de klas. Kinderen werden enthousiast. Kinderen zaten helemaal over hun tafel geleund. Ze bewogen druk met hun armen en Rik stond zelfs naast zijn stoel. Rik staat nooit naast zijn stoel. Rik hangt altijd, het liefst zo uitgezakt mogelijk. ‘Juf ik heb zoveel ideeën. Ik kan even niet meer zitten.’ roept hij.
Ik had verwacht dat ik aan het einde van de week alles zou weten over Justin Bieber, Katy Perry en paardrijden. Die jongen met die haarlok kwam echter maar één keer voorbij. Op vrijdag avond zat ik
weer eens op de bank en deed mijn laatje open. Dat laatje in mijn hoofd dat eerst leeg was, zat nu vol. Die jongen met die haarlok, springende kikkers, bellen in de middeleeuwen en blind zijn. Ik weet er alles van. Of ik die jongen met die haarlok in mijn laatje laat zitten weet ik nog niet. Ik bepaal, sinds vandaag, immers zelf wat ik in mijn hoofd heb.
Samen is niet alleen.
Voorheen betrapte ik mezelf vaak op het geluid: ‘Sssssssst’. Waarop dan al snel een reactie kwam als: ‘Ja maar juf, hij helpt me.’ of ‘We hebben het gewoon over de opgave hoor juf.’. En ja hoor, ook dit zette me aan het denken. Waarom zou ik de hele dag juf zijn, laat ze elkaar maar lesgeven. Zo hebben we samen een oplossing bedacht. Bij het zelfstandig werken, zoals dat zo keurig heet, kunnen kinderen zelf kiezen of ze samen willen werken of juist alleen. Er zijn echter wel twee regels. Als je samenwerkt gaat het over de stof en doe je dit fluisterend. Dan is het vervolgens nog maar te bekijken of het ook werkt. Maar ik moet zeggen ik ben erg tevreden. Ik heb niet meer de hele dag het gevoel dat ik een leeglopende fietsband ben.
Het is feest! En zo niet, dan is het een feestje!
Inmiddels zit ik in een flow. Ik geef les en de kinderen denken mee. Die kinderen zijn zo gek nog niet. Ze hebben verdraaid goede ideeën. Ze hebben me meegenomen in hun belevingswereld. Ze hebben me laten zien dat een boom meer is dan alleen de stam met zijn takken en bladeren. Daarom kijk ik nu bij iedere les hoe ik die boom meer kan laten zijn dan alleen een stam met takken en bladeren. Zo is die boom ineens een beestjeshuis, een indianenboot of gewoon een stuk hout voor een lekker fikkie. Het grappige is dat ik ze sinds ik anders lesgeef ik kinderen ineens hoor praten over ‘die les van toen’. Lessen blijven hangen. Kinderen zijn weer nieuwsgierig. Ze vragen weer ‘waarom?’ in plaats van iets meteen te geloven. Meester Henk is zelfs even bij mij in de les komen kijken.
En ik hoor het je denken: ‘Geef je nog wel taal, rekenen, verkeer, aardrijkskunde en…?’. Ja, alle lessen geef ik nog. En nee, de kinderen staan niet bij iedere les te springen. Zo is het elke dag wel een keer feest. Maar er is geen feest zonder voorbereiding.
Hoe zit het dan in mijn groep 8?
Nu denk ik dat ik heb ontdekt hoe mijn groep 8 het liefste bezig is. Maar is dit ook zo voor andere groepen 8? Gaan die groepen ook graag de diepte in door het gewoon maar uit te zoeken. Leren zij ook graag van elkaar en lachen ze meer dan ze leren? Dit hebben wij onderzocht bij vijf verschillende scholen in Midden-Nederland. Hier hebben 76 kinderen een vragenlijst ingevuld over hun manier van leren. De opdracht hierbij was: ‘Vul hem in voor jezelf! En zeg wat jij fijn vindt’. Al gauw bleek dat deze kinderen zo bij mij in de klas zouden kunnen. Zelf ontdekken, samenwerken, lachen, uitdagen en écht bezig zijn doen ze graag. Dit zijn allemaal kenmerken van diepteleren, het écht begrijpen en betekenisgericht leren. Diepteleren is iets wat ik bij mijn lessen probeer te stimuleren. Dat kinderen leerstof echt begrijpen, willen weten en onthouden vind ik belangrijk. Zij kiezen wat ze in hun laatjes willen stoppen. Wij als leerkrachten moeten ze hierbij helpen, en ze voorzien van spullen voor in die laatjes.
Durf eens je onderwijslaatje af te stoffen. Of doe eens
helemaal gek en kieper hem om. En dan is de grote
vraag: ‘ Wat stop ik er weer terug in en voeg ik toe?’.
Is je laatje al leeg? Wij dagen je uit, samen is niet alleen.
Vul je laatje samen met de kinderen. Luister naar ze en
vergeet daarbij vooral niet te lachen.

