



Diepteleren
Waarom diepteleren?
Door Merel van Ulden en Mathijs van Leeuwen

'Education is not the filling of a pail, but the lighting of a fire' - William Butler Yeats
Waarschijnlijk heeft u zich inmiddels verdiept in diepteleren. U zult zich misschien afvragen waarom diepteleren zo belangrijk zou zijn. Stelt u zich de volgende situatie eens voor: uw zoon, dochter of leerling is aan het studeren voor een geschiedenistoets. De leerling besluit de belangrijkste gebeurtenissen en de jaartallen uit het hoofd te leren. Door dit memoriseren haalt hij een behoorlijk cijfer. Waarom dan diepteleren?
Omdat er gebruik wordt gemaakt van oppervlakte leren zal de geleerde stof niet blijven hangen. Dit is dan ook waar diepteleren interessant wordt. Er worden verbanden binnen de stof gelegd, de tekst wordt écht begrepen en er kunnen transfers gemaakt worden naar andere vakken of de praktijk.
Wanneer je als leerkracht diepteleren stimuleert, zullen leerlingen positieve gevoelens ervaren. Ze zullen het gevoel krijgen dat waar ze mee bezig zijn, zinvol is. Dit bevordert de interesse van de leerlingen en zorgt voor uitdaging. Het resultaat hiervan is dat leerlingen zelf met vragen zullen komen die zij beantwoord willen hebben. Als het antwoord dan onverwacht is, zullen zij dit alleen nog maar interessanter vinden (Biggs & Tang, 2007, p. 24).
Diepteleren zorgt ervoor dat er steeds dieper op een onderwerp in kan worden gegaan. Dit staat haaks op het oppervlakteleren, waarbij de te leren stof uiteindelijk “op” raakt en er niet verder geleerd kan worden (Oosterheert & Vermunt, 2002). Diepteleren kan resulteren in een bredere kennis over een onderwerp. De leerinhoud kan zich uiteindelijk uitbreiden tot meerdere vakken, waar weer nieuwe informatie uit geput kan worden.
Diepteleren speelt een belangrijke rol bij vakken op het gebied van sociale wetenschappen. Voor het middelbaar onderwijs zijn dit vakken als maatschappijleer, filosofie, aardrijkskunde en geschiedenis. Bij deze vakken is bijvoorbeeld het leggen van verbanden of het vinden van een eigen standpunt belangrijk. De leerling hierboven haalde dan wel een behoorlijk cijfer voor de toets, maar de vraag is of hij echt inzicht heeft op de belangrijke factoren die de loop van de geschiedenis bepaald hebben. Zonder dat leraren het doorhebben gebruiken leerlingen vaak een diepgaande strategie tijdens deze lessen. Het is aannemelijk dat voor het basisonderwijs hetzelfde opgaat. Het leggen van verbanden en het vinden van een eigen standpunt is voor alle leerlingen belangrijk en als leraar kun je dat stimuleren (Kaldeway, 2006).
Bij bètavakken zou vooral sprake zijn van de reproductiegerichte leerstijl. Kaldeway (2006, p. 27) schrijft in zijn artikel dat er in plaats van deze leerstijl uit moet worden gegaan van de kennisgerichte leerstijl. Hierbij gaat het niet om stampen van kennis, maar om degelijke kennis van het onderwerp. Op het gebied van bèta- vakken wordt dus ook langzaam maar zeker minder de nadruk gelegd op oppervlakteleren.
Kortom, diepteleren kent geen einde. De stof kan steeds diepgaander geleerd worden, waarbij de cognitieve ontwikkeling niet wordt geremd. Diepteleren is voor vakken waarbij het leggen van verbanden en/of het formuleren van standpunten belangrijk is, een goede benadering. Er zijn echter ook situaties waarbij oppervlakteleren meer effect heeft. Zoals bij het leren van woordjes of het memoriseren van tafels. Hierbij is het niet nodig om diep te leren, zeker omdat er geen verbanden worden gevraagd . De manier van leren moet dus ook afgesteld worden op de leerinhoud (Webb, 1997, p.205-208).
Om een duidelijker beeld te krijgen van de verschillen tussen diepteleren en oppervlakteleren, hebben we de belangrijkste verschillen samengevat in onderstaande tabel:

